Het is deze week exact vier jaar geleden dat het mobiliteitsbudget gelanceerd werd als alternatief voor de bedrijfswagen. Vorig jaar werden de voorwaarden versoepeld in de hoop de populariteit te verhogen. Hoewel het mobiliteitsbudget nog niet gigantisch populair is, is leasemaatschappij Athlon ervan overtuigd dat daar in de toekomst verandering in komt. “Bedrijven bereiden zich maar beter voor.”
Al blijkt de auto wat terrein te verliezen voor woon-werkverkeer, slechts weinig werknemers zijn bereid hun bedrijfswagen volledig op te geven. Met het federaal mobiliteitsbudget is dat ook niet nodig. Bedrijfswagenbestuurders kunnen hun recht op een bedrijfswagen inruilen voor een mobiliteitsbudget en dit vrij besteden in 3 pijlers: een milieuvriendelijke auto in pijler 1, duurzame vervoermiddelen en huisvestingskosten in pijler 2 en de mogelijkheid om het resterende saldo in cash te ontvangen in pijler 3. Toch kiest, zo blijkt uit recente cijfers, nog steeds slechts 1,64% van alle werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen op dit moment voor het mobiliteitsbudget.
Zelf het goede voorbeeld geven
Volgens Athlon Belgium is het mobiliteitsbudget echter hét middel bij uitstek waarmee werkgevers kunnen inspelen op de snel veranderende mobiliteitsbehoeften en zich als ‘employer of choice’ kunnen profileren. De mobiliteitsaanbieder geeft zelf het goede voorbeeld door interne werknemers ook de mogelijkheid te geven om voor het mobiliteitsbudget te kiezen.
“De aanpassingen begin vorig jaar hebben zeker geholpen om mensen over de streep te trekken, want je zit als werknemer in de drivers seat en kiest wat je wilt. Van de werknemers die op het einde van hun leasecontract komen en van wagen moeten wisselen zien we vandaag ongeveer 10% instappen. En dat aantal neemt toe. Omdat er op federaal niveau een versoepeling is gekomen voor het inbrengen van woonkosten mits 50% thuiswerken zijn er steeds meer medewerkers die ervoor kiezen om binnen pijler 2 hun huur of hypothecaire lening te financieren. Bij Athlon moeten werknemers bovendien maar minstens 8 dagen per maand op kantoor werken. De voorwaarde voor 50% thuiswerken vormt voor hen dus geen enkel obstakel.”
Nicolas Tilman, Fleet & Mobility Manager bij Athlon Belgium
Groeiende belangstelling bij klanten; expertise inzetten om drempelvrees weg te nemen
Dat het mobiliteitsbudget steeds vaker wordt overwogen, merkt Athlon aan het stijgend aantal vragen hierover van haar klanten.
Klanten zijn zeker geïnteresseerd, maar twijfelen en zitten met vragen, zoals bijvoorbeeld over de berekening van het beschikbare budget. Onze consultants kunnen daarbij helpen en een concreet actieplan voorstellen. Wij hebben de expertise om hen door middel van analyses en adviezen te helpen de juiste keuzes te maken.”
Cécile Liénard, Senior Product Manager Athlon Belgium
Volgens Cécile Liénard zal het mobiliteitsbudget op termijn de plaats van klassieke leasing van bedrijfswagens grotendeels innemen:
“Het federaal mobiliteitsbudget biedt ongetwijfeld veel aantrekkelijke voorwaarden voor zowel werknemers als werkgevers. Maar er is nog veel drempelvrees en die willen wij wegnemen. Onze sector moet een voortrekkersrol spelen in het verduurzamen van de mobiliteit. Want we zijn al lang geen traditionele aanbieder meer van leasewagens. De ervaring met onze eigen werknemers helpt hier zeker bij.”
Cécile Liénard
5-stappenplan
De implementatie van het federale mobiliteitsbudget maakt onderdeel uit van de vergroening van de mobiliteit. En die begint volgens Athlon al bij de vraag of een verplaatsing wel nodig is. Want het doel is om mobiliteit duurzaam te maken door continu bewuste keuzes te maken. Thuiswerk en niet onnodig reizen kunnen daarbij helpen. Een volgende afweging is of we bij een verplaatsing de wagen niet beter inruilen voor alternatieve mobiliteit.
#Mobiliteit“Deze vragen zijn deel van ons 5-stappenplan voor duurzame mobiliteit. Tot 15 kilometer raden wij aan de wagen te laten staan en te kiezen voor een alternatief, zoals een e-bike, deelauto of het openbaar vervoer. Het mobiliteitsbudget past daarom perfect binnen dit stappenplan.”
Cécile Liénard
