Met de publicatie van de lijst met overeenstemmende voertuigen voor de berekening van de fiscaliteit van ‘valse plug-in hybrides’ hebben boekhouders nu alle puzzelstukjes in handen voor hun fiscale berekeningen. En dat die zwaar zullen zijn, is nu al duidelijk …
“Door de nieuwe regels kan je in een wagenpark van 100 wagens 100 verschillende aftrekpercentages moeten toepassen, vertelt Geert Dilles, tax advisor bij AccountingTeam. “Die complexiteit zal wat de autofiscaliteit betreft de werklast gevoelig verhogen. Het maakt vooral de keuze naar de juiste wagen vanuit de totale kostprijs ervan voor een onderneming moeilijk.”
Dilles durft ook een cijfer op het extra werk te plakken: “Het zal de workload voor de boekhouder – zowel intern als extern – naar schatting met zo’n 50 procent doen toenemen. We hopen dat de toekomstige regering inziet hoe verwarrend en tijdrovend de complexiteit van de huidige regelgeving is.”
Het verschil van een velg
De regelgeving is dan ook zeer complex, met een aparte CO2-uitstoot voor elke wagen. “Concreet betekent het dat zelfs een kleine aanpassing een impact heeft op de totale fiscaliteit van een bedrijfswagen. Dat kan als iemand een grotere velg kiest waardoor de CO2-uitstoot stijgt. Een collega kan zo quasi dezelfde wagen hebben terwijl de aftrekpercentages toch totaal anders zijn”, vertelt Koen Janssens, fiscaal expert van Wolters Kluwer.
Bij sommige constructeurs is het dan ook vaak moeilijk om afhankelijk van de uitrusting de correct WLTP-waarde te achterhalen. Prognoses of een kostenraming maken, wordt zo wel heel ingewikkeld. En dat lijkt nu net heel belangrijk, als je kijkt hoe het VAA van valse plug-ins explodeert.
#Auto #Fleet Management