Terwijl de Duitse regering de fiscale steunmaatregelen voor elektrische voertuigen verlengt, pleit bondskanselier Friedrich Merz ervoor dat de Europese Unie het verbod op de verkoop van nieuwe wagens met verbrandingsmotor, gepland voor 2035, heroverweegt.
Industrie onder druk
De Duitse auto-industrie beleeft moeilijke tijden. Ze wordt geconfronteerd met steeds scherpere concurrentie uit China in het elektrische segment, een dalende binnenlandse vraag en hoge kosten voor de energietransitie. Grote merken zoals BMW, Mercedes en Volkswagen hebben de voorbije maanden openlijk hun twijfels geuit over de haalbaarheid van het Europese doel om binnen tien jaar volledig afscheid te nemen van de verbrandingsmotor.
Kanselier Merz neemt dat standpunt over. “Ik wil niet dat Duitsland een van de landen is die dit slechte verbod steunen,” verklaarde hij maandag op de zender NTV. Volgens Merz kunnen verbrandingsmotoren op synthetische brandstoffen nog steeds een rol spelen binnen een koolstofarme mobiliteit.
Verlengde vrijstelling voor EV’s
Tegelijk blijft Berlijn de elektrische mobiliteit financieel ondersteunen. De federale regering heeft beslist om de vrijstelling van de jaarlijkse autobelasting (Kfz-Steuer) voor volledig elektrische wagens te verlengen tot 31 december 2030, voor een periode van maximaal tien jaar — maar niet langer dan tot 2035. Dat terwijl Vlaanderen de fiscale vrijstelling voor elektrische auto’s en wagens op waterstof vanaf 2026 afschaft.
De Duitse vrijstelling, oorspronkelijk voorzien om in 2026 af te lopen, vertegenwoordigt naar schatting 600 miljoen euro aan gederfde belastinginkomsten tegen 2029. Ze moet de kwakkelende EV-markt nieuw leven inblazen, nadat het aantal inschrijvingen van elektrische automodellen in de eerste helft van 2025 met ongeveer 50% terugviel door het wegvallen van de directe aankoopsubsidies.
Verdeelde meningen binnen de regering rond EV-steun
De uitspraken van Merz zorgen voor spanningen binnen de Duitse coalitie. De sociaaldemocratische minister van Milieu, Carsten Schneider, liet weten nog “niet overtuigd” te zijn van de noodzaak om het doel van 2035 te laten vallen. Later deze week vindt dan ook een cruciaal overleg plaats tussen de regering en vertegenwoordigers van de autosector, in de hoop tot een gemeenschappelijk standpunt te komen.
Naar een nieuw Europees evenwicht?
De Europese Commissie heeft al aangegeven dat ze de maatregel van 2035 “zo snel mogelijk” zal herzien — oorspronkelijk stond die evaluatie pas gepland in 2026. Als Duitsland erin slaagt andere lidstaten mee te trekken, zou het debat over de toekomst van de verbrandingsmotor vroeger dan verwacht kunnen worden heropend.
Intussen probeert Berlijn een nieuw evenwicht te vinden tussen ecologische transitie en bescherming van zijn industriële erfgoed: de elektrische wagen stimuleren, zonder de verbrandingsmotor (toch wel het symbool van decennialange Duitse knowhow) te vroeg af te schrijven.
#Auto #Mobiliteit