Afgelopen woensdag kon u al bij ons lezen dat de regering het wetsontwerp rond cash for car (minimaal) aanpaste na kritiek van de Raad van State. Uit een onderzoek van SD Worx en Vacature.com bij 2.000 werknemers en 500 werkgevers in België blijkt nu dat de details van dat ontwerp maar weinig gekend zijn.
Aangezien het mobiliteitsbudget en de mobiliteitsvergoeding nog erg nieuw zijn, is er bij de werkgevers en werknemers nog veel onduidelijkheid over de exacte inhoud ervan. De mobiliteitsvergoeding is wel iets gekender dan het mobiliteitsbudget, zowel bij werkgevers als bij werknemers. Zo kent 27% van de ondervraagde werkgevers de voorwaarden van het mobiliteitsbudget, 34% die van de mobiliteitsvergoeding.
Ook bij werknemers is de mobiliteitsvergoeding gekender dan het mobiliteitsbudget: 63% van de pendelaars is ermee vertrouwd, tegenover 53% die weet wat het mobiliteitsbudget is. Of hun werkgever de mobiliteitsvergoeding zal aanbieden, weet 72% van de ondervraagde werknemers dan weer niet.
Bedrijfswagen blijft eerste keuze
Uit het onderzoek blijkt ook dat de mobiliteitsvergoeding die de regering graag wil doorvoeren op weinig animo kan rekenen bij pendelaars met een bedrijfswagen. Slechts 16% toont hier interesse in. En daar zijn verschillende redenen voor. Zo zegt 53% niet op een andere manier dan met de (bedrijfs)wagen op het werk te geraken, 46% beweert de wagen nodig hebben voor het werk, 36% houdt van het comfort van een bedrijfswagen en 35% vreest dat het bedrag van de mobiliteitsvergoeding te laag zal zijn.
En ook in geval van een mobiliteitsbudget lijken weinig werknemers hun bedrijfswagen te willen inruilen voor andere mobiliteitsoplossingen. Maar liefst 61% zou gewoon kiezen voor dezelfde bedrijfswagen, 20% zou dan weer voor een kleiner model opteren zodat er nog budget overblijft voor andere vervoersmiddelen. En 9% zou zelfs overwegen om een bedrijfswagen van een hogere categorie te kiezen en daarvoor bereid zijn om andere voordelen opgeven.
