De restwaarde van batterij-elektrische voertuigen (BEV’s) vertoont een negatieve tendens in vergelijking met voertuigen met verbrandingsmotoren. Maar is deze trend wel terecht?
De nieuwste generatie BEV’s biedt een grotere actieradius, vaak meer dan 400 tot 500 kilometer. De levensduur van de batterijen is eveneens langer dan verwacht. Uit testen door gerenommeerde specialisten zoals Aviloo, blijkt dat een batterij in een moderne BEV na vijf jaar gebruik gemiddeld maximaal 10% van zijn capaciteit verliest, wat zeer positief is voor de ‘state of health’ van de batterij.
BEV’s hebben bovendien minder bewegende onderdelen en slijtagegevoelige componenten zoals distributieriemen en bougies en vergen ook minder onderhoud (bvb geen olieverversing). Daarnaast genieten BEV’s van fiscale voordelen en in sommige landen van aankoopsubsidies.
Waarom toch een lagere restwaarde?
Er lijkt dus geen logische reden te zijn waarom de restwaarde van BEV’s lager zou moeten zijn dan die van benzine- of dieselauto’s. De hogere catalogusprijs van BEV’s ten opzichte van conventionele voertuigen zou geen grote rol mogen spelen, aangezien restwaardes doorgaans als percentage van de aankoopprijs worden uitgedrukt.
De situatie is echter iets gevoeliger voor premium BEV’s met een hogere aankoopprijs, die de afgelopen jaren vooral de markt domineerden.
Deze negatieve trend in de evolutie van de restwaarde is vooral te wijten aan drie marktgebonden factoren:
- Grote aantallen BEV’s die vanaf 2020 op de markt zijn gekomen, komen nu op de tweedehandsmarkt terecht. Het aanbod overtreft momenteel de vraag, omdat de tweedehandsmarkt voor BEV’s nog niet zijn maturiteit heeft bereikt.
- De daling van de catalogusprijzen door sommige fabrikanten zorgt ervoor dat het verschil in aankoopprijs tussen een tweedehands BEV en een nieuwe BEV minimaal is.
- De auto- en batterij-industrie evolueren zeer snel. Batterijcapaciteit, -efficiëntie en de ontwikkeling van allerlei technologische snufjes die de rijervaring optimaliseren worden in hoog tempo ontwikkeld. Dit zorgt ervoor dat wat vijf jaar geleden nieuw en innovatief was, vandaag al verouderd kan zijn.
Leasemaatschappijen anticiperen op deze marktontwikkelingen en bouwen gezonde buffers in om mogelijke restwaardeverliezen te voorkomen. Deze buffers zullen zich echter onvermijdelijk reflecteren in hogere leasekosten.
Autofabrikanten zoeken naar oplossingen om deze trend om te keren, zoals verbeterde controle over hun distributienetwerken, de ontwikkeling van agentschapscontracten met dealers, het verschuiven van marketinguitgaven naar ondersteuning van restwaardes, en een focus op hun eigen financieringsinstellingen om de restwaarde en de tweedehandsmarkt optimaal onder controle te houden.
Wij bemerken dat fleetmanagers er meer en meer voor kiezen om wagens te leasen via operationele leasing of om bij de aankoop buy-backovereenkomsten af te sluiten. Alleen zo kan je de restwaarde van je BEV’s ‘verzekeren’ en behoud je de controle over jouw TCO.
Dit artikel werd geschreven door Guido Savi – Business Development Director EuroFleet Consult. EuroFleet Consult is een kennisbedrijf gespecialiseerd in onafhankelijke training, coaching en advies in de fleet- en automotive sector. Benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen? Surf naar eurofleet-consult.com.
#Auto #Fleet Management