
In Frankrijk is het sociaal leasen van elektrische wagens een ongezien succes, met zomaar eventjes 29.000 aanvragen in amper twee dagen tijd. Italië kiest echter voor een ander model, waarover zo meteen meer. Twee landen, twee manieren van aanpakken, één gemeenschappelijk doel: een groener én jonger wagenpark.
In het Arizona-regeerakkoord begin 2025 liet de federale regering-De Wever verstaan dat men een “ondersteuningsmechanisme voor sociaal leasen van elektrische voertuigen” zou onderzoeken. Dat zou dan gericht zijn op werknemers met een lager inkomen.
Of we in België binnen afzienbare tijd ook effectief een elektrische auto voor (minder dan) 100 euro per maand zullen zien, lijkt echter weinig waarschijnlijk. De nieuwe ploeg in de Wetstraat heeft duidelijk andere prioriteiten.
Toch groeit de interesse ook op Europees niveau. De Europese Commissie, gesteund door ACEA (de Europese autoconstructeursvereniging), riep immers op om sociale leasing als een strategisch instrument voor de Europese autosector te beschouwen.
Het Franse voorbeeld
Frankrijk lanceerde begin 2024 een eerste programma rond sociale leasing van auto’s. Het principe: de overheid neemt een deel van de leasekost op zich, zodat gezinnen met een beperkt inkomen van een elektrische wagen gebruik kunnen maken. Kostprijs voor het gezin: ongeveer 100 euro per maand.
De maatregel bleek een enorm succes. Meer dan 90.000 aanvragen werden ingediend, waarvan 50.000 effectief goedgekeurd. Dat terwijl de overheid slechts op 20.000 tot 25.000 begunstigden had gerekend, en ondanks de strikte toelatingscriteria.
Gezien de immense populariteit werd het programma op 30 september 2025 opnieuw opgestart, met ruimte voor 50.000 extra dossiers en een budget van 370 miljoen euro. Binnen 36 uur waren alweer 29.000 nieuwe aanvragen binnen. Kortom: de Franse formule werkt — al is ze zeer duur.
Italië pakt het anders aan
Terwijl men in Parijs het sociale systeem verlengt, kiest Rome voor een compleet andere aanpak. Geen leasingformule, wel een nieuwe “Ecobonus 2025” in de vorm van rechtstreekse aankoopsubsidies.
De Italiaanse overheid biedt de financiële steun met andere woorden rechtstreeks bij de aankoop van een voertuig — een systeem vergelijkbaar met de Vlaamse EV-premie van weleer. Het verschil: de hoogte van de premie hangt af van het inkomen én van de uitstoot van het oude voertuig.
Huishoudens met een jaarinkomen onder 30.000 euro kunnen tot 11.000 euro steun krijgen voor de aankoop van een nieuwe elektrische wagen. Een belangrijke voorwaarde is dat ze hun oude vierwieler met verbrandingsmotor laten slopen. Wie iets meer verdient (tot 40.000 euro), ontvangt 9.000 euro, en zelfs micro-ondernemingen komen in aanmerking. Zij kunnen aanspraak maken op een premie tot 20.000 euro, beperkt tot 30% van de aankoopprijs.
Een overheidsbudget van 600 miljoen euro moet dit project in goede banen leiden. Het doel is om tegen medio 2026 in totaal 40.000 oudere auto’s van de Italiaanse weg te halen.
Kopen of leasen?
Het Italiaanse systeem gaat eveneens gepaard met strikte voorwaarden. Zo moet de koper in een stedelijke zone wonen, mag de auto mag niet meer dan 35.000 euro (excl. btw) kosten, en is de “rottamazione” — het verplicht inleveren van een oude wagen — onvermijdelijk. Twee strategieën dus, met één ambitie: elektrische mobiliteit toegankelijk maken.
In het kort:
- Frankrijk spreidt de overheidskost in de tijd via leasing en stimuleert zo het gebruik zonder eigendom.
- Italië kiest voor directe stimulering van de aankoop en vernieuwing van het wagenpark.
De ene visie ondersteunt het gebruik en de andere het bezit. Beide stellen ze wel dezelfde fundamentele vraag: hoe maak je elektrische mobiliteit écht betaalbaar voor iedereen? In België ligt het antwoord elders — bij ons loopt de elektrificatie nog altijd hoofdzakelijk via de bedrijfswagens.
#Auto #Mobiliteit