Het (Franse) Centre d’étude et d’expertises sur les risques, l’environnement, la mobilité et l’aménagement (CEREMA) heeft een studie uitgevoerd waaruit blijkt welke invloed de snelheid van auto’s heeft op de luchtverontreiniging. Voor een particulier voertuig zijn de emissies van NOx, PM10 en broeikasgassen (waaronder CO2) minimaal bij snelheden van ongeveer 70 km/h.
NOx
Voor een gemiddelde personenauto die representatief is voor het wagenpark in 2020, laat de “U-vormige” curve van de NOx-uitstoot in functie van de snelheid zien dat de uitstoot :
- minimaal bij een gemiddelde snelheid van ongeveer 70 km/u,
- maximaal bij 130 km/u, d.w.z. meer dan het dubbele van de minimumwaarde (en ongeveer +45% bij 110 km/u)
- hoog bij lage snelheden, d.w.z. +35% van de minimumwaarde bij 30 km/u en het dubbele bij 10 km/u.
De tendensen in de evolutie van het wagenpark, met voertuigen die globaal minder NOx uitstoten, tonen wel een geleidelijke afvlakking van de U-vormige curve in de loop der jaren. Zo wordt een prognose gemaakt voor 2050 van 0,1 g/km, wat 4 keer lager is dan het minimum voor 2020.
Klink hier om de volledige studie te downloaden (alleen beschikbaar in het Frans)
Fijne deeltjes
De curves voor fijne deeltjes in functie van de snelheid hebben dezelfde “U”-vorm als die voor NOx, maar met een minder duidelijke trend (het verschil tussen minimum en maximum is veel kleiner).l
Voor een personenauto zijn de emissies minimaal bij een gemiddelde snelheid van ongeveer 70 km/u en maximaal bij hoge en lage snelheden. Tussen 2020 en 2050 is de minimumemissiewaarde voor een voertuig slechts met 15% gedaald tot 45 mg/km.
Broeikasgassen
Voor de berekening van broeikasgassen is rekening gehouden met de gassen die door wegvoertuigen worden uitgestoten, namelijk kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O).
Voor een personenauto (figuur 13) zien we “U-vormige” curves
- met een minimumsnelheid van 70 km/u, die vanaf 2040 wordt teruggebracht tot 60 km/u, om in 2050 een CO2 -emissiewaarde van 88 g/km en een brandstofverbruik van bijna 29 g/km te bereiken, d.w.z. in beide gevallen een verlaging met ongeveer 40% ten opzichte van 2020;
- tamelijk asymmetrisch tot 2040, met maximumwaarden bij zeer lage snelheden, d.w.z. een verdubbeling van de CO2-emissies of van het brandstofverbruik bij 10 km/u in vergelijking met 70 km/u of ongeveer 1,3 keer bij 30 km/u ;
- een quasi-symmetrie van de curves daarna, met vergelijkbare emissiewaarden bij zeer lage en zeer hoge snelheden, in de orde van +50% ten opzichte van het minimum in 2050.
Koud of warm
Het “koud” starten van een voertuig is een bron van extra emissies, vergeleken met de emissies die onder dezelfde rij- en verkeersomstandigheden zouden worden geproduceerd door de motor (eventueel in combinatie met een katalysator) bij een gestabiliseerde bedrijfstemperatuur (en dus geoptimaliseerd voor verbranding), de zogenoemde “warme” motor.
De motor heeft ongeveer 5 tot 10 minuten nodig om een gestabiliseerde temperatuur te bereiken, wat ook afhangt van de weersomstandigheden, waarbij de kou buiten een invloed heeft op de temperatuurstijging. In stedelijke omstandigheden, d.w.z. bij bescheiden snelheden die worden afgewisseld door frequente stops, die niet bevorderlijk zijn voor een snelle stijging van de motortemperatuur, is het “koude” percentage van de afgelegde kilometers dus het grootst. Naast 100% “koud” is het andere percentage dat wordt aangehouden 40% van de rit die met een koude motor is afgelegd, hetgeen overeen kan komen met een rit in het platteland.
Uit bovenstaande grafieken blijkt dat een rit met een “koude” motor tot meer brandstofverbruik en emissies leidt in vergelijking met een rit met een “warme” motor, met name 25% meer CO2 emissies bij een 100% koude rit.
#Auto #Mobiliteit