
Tesla heeft zijn Amerikaanse configurator bijgewerkt met twee nieuwe “Standard”-versies van de Model 3 en de Model Y. Deze nieuwe uitvoeringen zijn eenvoudiger en scherper geprijsd — met één duidelijk doel: de verkoop weer aanzwengelen. Maar zijn de nieuwe tarieven echt laag genoeg om het verschil te maken?
Om de kostprijs te drukken, heeft Tesla het gamma sterk vereenvoudigd. Er zijn nog slechts drie carrosseriekleuren beschikbaar: Stealth Grey, parelmoerwit (tegen meerprijs) en diepzwart. Vooral de Model Y verliest enkele verfijningen: de elegante lichtstrips voor- en achteraan maken plaats voor eenvoudiger units, en het panoramisch dak — nog steeds aanwezig — is nu van binnenaf verduisterd. Ook de laadruimte werd lichtjes verkleind.
Binnenin is de toon even sober. Het interieur combineert vegan leder met textiel, sommige functies worden manueel bediend en het tweede aanraakscherm achterin verdwijnt. Het audiosysteem telt nog zeven in plaats van vijftien luidsprekers, de HEPA-filter wordt vervangen door een eenvoudiger exemplaar en de sfeerverlichting is geschrapt.
Efficiënt en krachtig
Onderhuids blijft Tesla trouw aan sterke prestaties. Zowel de Model 3 als de Model Y Standard krijgen een batterij van 69 kWh — één module minder dan de duurdere versies — maar behouden een vergelijkbaar rijbereik van ongeveer 517 kilometer (WLTP).

De Model 3 levert 286 pk en sprint in 5,8 seconden van 0 tot 100 km/u. De Model Y komt aan 300 pk en doet dat in 6,8 seconden. Snelladen kan tot 225 kW, goed voor zo’n 260 kilometer extra in 15 minuten. Dankzij nieuwe 18-duimsvelgen claimt Tesla bovendien een verbeterde efficiëntie voor de Model Y.
Toegankelijk is een relatief begrip
In de Verenigde Staten kost de Model 3 Standard 36.990 dollar en de Model Y Standard 39.990 dollar — zo’n 5.000 dollar minder dan de Long Range- en Performance-uitvoeringen. Toch blijven die prijzen hoger dan velen hadden gehoopt: het publiek mikte eerder op een instapprijs tussen 30.000 en 35.000 dollar.
Voorlopig zijn deze versies enkel verkrijgbaar in Noord-Amerika, maar een Europese lancering lijkt aannemelijk via de Gigafactory in Berlijn. Bij een rechtstreekse prijsomrekening zouden de wagens hier rond de 37.000 à 40.000 euro kosten — nog steeds stevig geprijsd voor wat Tesla “toegankelijke” modellen noemt.
Strategische zet
Tesla wil met deze vereenvoudigde modellen de vraag in de Verenigde Staten nieuw leven inblazen. De markt voor elektrische voertuigen koelt er af, zeker sinds het wegvallen van de federale aankoopsubsidie van 7.500 dollar. Of deze “faux low-cost”-strategie volstaat om de groei van het merk van Elon Musk weer aan te wakkeren, blijft voorlopig de vraag.
#AutoLees ook:
Schrijf u nu in op FLOW, de wekelijkse e-letter van FLEET.be!
