De BMW X1 is samen met de Volvo XC40 in een hevige strijd verwikkeld om de titel van populairste fleetwagen van het jaar. Van die Volvo bestaat al een elektrische derivaat, bij de BMW was het wachten tot nu. Hebben we daarmee de nieuwe koning van de fleet gewonen of zijn er nog kapers op de kust?
Beginnen doet de iX1 als xDrive 30, met vierwielaandrijving dus. Eén motor op elke as, een combinatie die wij begin september in de omgeving van het Duitse Regensburg, waar het model van de band zal rollen, mochten uittesten. 313 pk leveren die motoren, maar belangrijker bij EV’s is uiteraard wat de energie levert voor die motoren. De iX1 krijgt een 65 kWh groot accupakket tussen de wielen geschoven, goed voor 438 WLTP kilometers. Met een snellaadvermogen van 130 kW laadt hij ongeveer even snel als concurrenten als de Mercedes EQA of Audi Q4 e-tron. AC-laden gaat optioneel tot 22 kW!
De sterkste sprint trekt de iX1 echter niet aan de laadpaal, maar wanneer je de linkerflipper aan het stuur induwt. Daarmee krijg je immers tien seconden aan overboost, genoeg voor een boost van 41 pk, om zo de volle 313 stuks te kunnen benutten. Voor wie het zich afvroeg: de peddel aan de rechterkant blinkt uit in afwezigheid.
Beginnende kaalheid
De elektromotoren en batterijen vragen uiteraard enkele offers. Zo is de zit- en kofferruimte net iets minder groot dan in de reguliere X1 vanwege de ruimte die de accu inneemt. Ondergetekende bijvoorbeeld zat met zijn goeie meter 90 met de haren tegen het plafond – tot op heden de enige situatie waarin die beginnende kaalheid toch niet zo’n slechte evolutie leek. Ook een verschuifbare achterbank kun je trouwens niet krijgen in deze elektrische X1.
Nu we toch binnenin de wagen zitten: daar opteert BMW voor de aloude opstelling van het dubbele infotainmentscherm: eentje voor je neus voor de tellers en de belangrijkste info, eentje rechts voor onder meer radio, gps, mood selectie (ja, dat heeft ie), enzovoort. Een gekend recept in autoland, dat wel, maar BMW doet het met haarscherpe graphics die zo uit een Berlijnse technoclub kunnen gebruikt worden en een menustructuur die even helder is als de Gentse Leie, die dermate proper is dat er een zeehondje zijn thuis heeft gevonden. Voor zowel de Leie als het infotainment van BMW geldt hetzelfde: het is ooit anders geweest, applaus voor de evolutie.
Duitsdegelijke prestaties
Enkele harde plastics in het interieur zijn wel een doorn in het oog voor deze wagen die bijna 60.000 euro moet kosten, toch sluiten we af op een positieve noot. De belangrijkste bij een BMW; de Freude am Fahren. Ook die is op de afspraak, met een onderstel dat perfect het snijpunt bespeelt tussen comfort en sportiviteit, geholpen door de laaggeplaatste batterij en de Duitsdegelijke vierwielaandrijving. De grootste pluim gaat echter naar het “adaptief regeneratief remmen”: gedaan met de juiste modus instellen, net als bijvoorbeeld de i4 beslist ook dit model hoe hard hij remt afhankelijk van de verkeerssituatie: eerder freewheelen op de snelweg, harder in de stad en helemaal in de ankers wanneer je voorligger hard remt.