
Geïnspireerd door het succes van de Duster past Dacia zijn succesrecept toe op een groter model met een duidelijke missie: zijn stempel drukken op een nieuw segment, met behoud van zijn belangrijkste troef, een bijna onklopbare prijs-kwaliteitverhouding. Al brengt deze keuze ook bepaalde beperkingen met zich mee…
De Dacia Bigster, voorgesteld op het Autosalon van Brussel, wil een ruimer alternatief zijn voor de Duster. Zelfs zijn naam weerspiegelt een duidelijke verwantschap met de Duster. Dit nieuwe model markeert echter een belangrijke stap voor het Roemeense merk, want met de Bigster wil Dacia het C-segment betreden, een zeer begeerde markt in Europa. Maar om voet aan de grond te krijgen in dit segment en een bredere klantenkring aan te spreken, moet Dacia ‘gentrificeren’.
Dit betekent dat zichtbare kunststoffen op de carrosserie moeten verdwijnen en dat het interieur een meer hoogwaardige uitstraling moet krijgen. Met deze nieuwe SUV introduceert Dacia voor het eerst een elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, verwarmde stoelen en stuurwiel, elektrisch bedienbare achterklep, tweekleurig lakwerk en dual-zone airconditioning. Dit zijn alledaagse voorzieningen voor wagens van dit segment, maar een ware revolutie voor Dacia.
Illusie

Wees de komende maanden niet verbaasd als je een Duster denkt tegen te komen die… eigenlijk een Bigster is! Waarom? Omdat de twee modellen zo veel op elkaar lijken! Hoewel de grille in onze testversie van plastic is ontdaan, heeft de Bigster vrijwel dezelfde vorm en koplampen. Het echte verschil zit hem in de afmetingen: hij onderscheidt zich door zijn lengte van 4,57 m (+23 cm) en hoogte van 1,71 m (+5 cm), ook al blijft de breedte identiek aan die van de Duster (1,81 m). Ook het interieur van beide wagens lijkt op elkaar, met een stuurwiel dat is geleend van de Sandero en een infotainmentsysteem dat door alle modellen van de Renault-groep wordt gedeeld. Zelfs autoliefhebbers zullen twee keer moeten kijken om de verschillen op te merken.
Eigen beperkingen

Zoals vermeld in de inleiding, wil Dacia hogerop komen door het C-segment te betreden. Dat betekent nieuwe klanten aantrekken terwijl de prijzen onder het marktgemiddelde blijven. De Bigster heeft daarvoor een aantal troeven: goede binnenruimte, royale achterzetels, een bagageruimte van 546 liter en een exterieurdesign dat echt een stap hogerop betekent. Maar deze strategie betekent ook compromissen sluiten.
Het interieur bestaat nog steeds volledig uit harde kunststoffen die niet erg aantrekkelijk zijn. De stoelen zijn redelijk, maar bieden weinig comfort en zijn simplistisch afgewerkt. Het 10” centrale scherm biedt een uitgebreid infotainmentsysteem, maar het loopt weinig vloeiend. Dit roept de vraag op: zou Dacia de materialen kunnen verbeteren zonder de prijs op te drijven? En zouden potentiële kopers bereid zijn iets meer uit te geven voor een betere afwerking?
Voldoende, maar overtuigend?

Dacia biedt de Bigster aan in vier uitrustingsniveaus: Essential, Expression, Extreme en Journey, en drie motoren: mild hybrid 140, mild hybrid 130 4×4 en hybrid 155. Onze testversie, in Journey-uitvoering (de top van het gamma), is uitgerust met de hybride 155-motor. Onder de motorkap ligt een 109 pk 4-cilinder benzinemotor, gecombineerd met een 49 pk elektromotor en een kleine 1,4 kWh accu. Deze laatste maakt het mogelijk om de auto 100% elektrisch te starten en op lage snelheid door de stad te rijden zonder gebruik te maken van de verbrandingsmotor, maar niet om meerdere kilometers of op hogere snelheden 100% elektrisch te rijden.
De Bigster is in de eerste plaats ontworpen als een SUV voor het hele gezin, niet als een dynamische en zeker niet als een sportieve auto. De wegligging op bochtige wegen is behoorlijk, maar de wagen is vooral ontworpen voor kaarsrechte stukken asfalt. De motor produceert echter merkbaar veel lawaai, vooral tijdens het accelereren of bij hoge snelheden, wat het comfort aan boord kan beïnvloeden. Hoewel hij dankzij zijn compacte formaat een zekere wendbaarheid behoudt, zijn de bochtige wegen van Zuid-Frankrijk niet zijn favoriete speelterrein. Het gaspedaal is niet precies genoeg en de aansturing van de elektromotor genereert soms onverwachte schokken.
Het regeneratief remsysteem zou kunnen worden verbeterd, maar het blijkt effectief, want het gemiddelde brandstofverbruik is indrukwekkend voor een SUV van dit formaat: slechts 5 liter/100 km. De Bigster heeft veel in huis voor wie op zoek is naar een praktische auto voor een betaalbare prijs. Onze testversie kost 30.690 euro, maar het basismodel begint bij 23.990 euro.




Conclusie
De Bigster is niet zonder gebreken, maar zijn scherpe prijs en gezinsbestemming maken hem tot een geloofwaardig alternatief, zelfs in vergelijking met andere modellen uit de Renault-groep. Het is aan jou om te beslissen of de compromissen die je hebt gesloten op het gebied van afwerking de besparingen waard zijn, of dat een iets hoger budget je toegang zou geven tot een meer geavanceerd model.
#Auto