Hij was en is nog altijd de prijzenkampioen: geen enkele EV op de Belgische markt, microcars uitgezonderd, is goedkoper dan de Dacia Spring met een vanafprijs van 16.990 euro. Maar wat krijg je dan voor je geld?
Dacia schat het belang van de Spring hoog in en blijft het model constant verbeteren. Zo werd de Spring in zijn driejarige carrière al eens bijgewerkt naar de nieuwe merkidentiteit van het Roemeense merk en volgde er een “Extreme” versie met 65 in plaats van 45 pk. Nu volgt echter de grote tussentijdse facelift voor het model dat in zijn carrière al 150.000 keer verkocht werd en vorig jaar zelfs nog in de top 3 van populairste Europese EV’s stond.
Hoewel zichtbaar blijft dat de Spring op zijn oude basis blijft liggen, herken je de nieuwe Spring meteen dankzij zijn veel hoekiger design, het ontbreken van chromen elementen (een bewuste prijskeuze van Dacia) en uiteraard de opvallende stickers op voor- en achterbumper. Het geeft de Spring een veel scherper en moderner voorkomen, terwijl ook de robuustere Dacia-kaart duidelijker wordt getrokken.
Verstelbaar stuur
Ook vanbinnen kiest de Spring voor verandering met een meer horizontale lay-out. Standaard heb je recht op een scherm van 7 duim, de Extreme kan zels rekenen op het Media Nav Live-systeem dat op een scherm van 10 duim draait end at we kennen uit de nieuwe Duster. Verwacht niet het knapste of meest in het oog springende infotainmentsysteem, maar wel eentje dat doet wat je ervan verwacht.
Bestuurders zullen dan ook vooral appreciëren dat het vernieuwde stuur van de Spring voortaan in de hoogte versteld kan worden. De stoelen kunnen daarentegen niet in de hoogte versteld worden, waardoor de hoofdruimte voor grotere mensen maar voldoende is. Armen en benen hebben daarentegen zeker voldoende plaats op de voorste zitrij en met meer dan 300 liter in de koffer heeft de Roemeen ook achteraan veel te bieden. De achterbank daarentegen is vooral weggelegd voor kleinere kinderen wegens de kleinere hoofd- en beenruimte. De beperkte lengte van de Spring (3m70) moet uiteraard ergens tot uiting komen.
Gewicht
De beperkte lengte van de Spring wordt gecombineerd met zijn echte sterke punt: een laag gewicht. Minder dan een ton zet deze EV op de weegschaal, waardoor je uit de kleine batterij van goed 26 kWh toch meer dan 220 km autonomie krijgt. Daardoor kan je hem op een nacht tijd volladen aan een gewoon stopcontact. Heb je toch een wallbox, dan kan je laden aan 7 kW wisselstroom, snelladen gaat optioneel aan een eerder beperkte 30 kW. Al heb je die eigenlijk niet nodig als je de Spring gebruikt waarvoor hij gebouwd is: als zuinige stadswagen waarmee we zelfs lager scoorden dan het opgegeven verbruik van 13,5 kWh/100 km.
Dat lage gewicht zorgt er ook voor dat de Spring het met minder vermogen hoeft te doen. Je hebt keuze uit een 45 pk sterke aandrijflijn en eentje van 65 pk. Een stoplichtsprinter wordt de wagen daarmee uiteraard niet, reken op respectievelijk een 20 en 14-tal seconden naar de 100 km/u, maar in het bereik tussen 20 en 60 à 70 km/u durft de wagen wel zijn tanden tonen.
Het rijgedrag toont dan weer veel minder tanden. Wie aan een lager tempo rijdt, zal vooral de meer dan degelijke demping noteren. Gaat het tempo omhoog, dan mist de besturing daarentegen wat precisie en heeft de Spring wat neiging tot rollen en – weliswaar voorspelbaar – onderstuur.
Conclusie
Met de elektrische Fiat 500 heeft de elektrische A-segmenter eigenlijk één– veel duurdere –rivaal, die zodanig verschilt van de Roemeen dat je hem niet bepaald een echte concurrent kan noemen. Daar komen de volgende maanden echter enkele iets duurdere en grotere wagens bij, genre Citroën Ë-C3. Benieuwd of de particulier dan een segment hoger en duurder gaat shoppen of dat de typische kenmerken van de Spring als elektrische budgetstadswagen de doorslag zullen blijven geven, want deze wagen is nog altijd de beste introductie tot de elektrische markt dankzij een knappe verhouding prijs-rijbereik.