In het rijk der hybrides geldt de Toyota Prius al bijna 2 decennia als de ongekroonde koning. Nu de Prius dat rijk al lang niet meer voor zich alleen heeft, drong een grondige vernieuwingsoperatie zich op. Zet Prius IV het puntje weer op zijn i?
Draai of keer het hoe je wil, Toyota mag zich met recht en rede de kampioen van de hybride noemen. Het merk verkocht de voorbije 18 jaar ruim 8,5 miljoen hybrides, waarvan er 3,5 miljoen een Prius-logo dragen. De Japanse constructeur maakt zich sterk dat het als hybridepionier al 58 miljoen ton CO2 uit onze felgeplaagde atmosfeer heeft gehaald. Waarmee we meteen bij de voornaamste bestaansreden van deze vierde generatie komen: onze planeet net dat tikkeltje leefbaarder maken. En, zo voegt Toyota er nog aan toe, naast ecologie stond rijplezier dit keer mee bovenaan het lastenboek. Groen én plezant, zou het?
Rijdend statement
Het technische nieuws is dat de Prius voortaan op een gloednieuw GA-C platform rust, de eerste vrucht van de nieuwe TNGA (Toyota New Global Architecture)-platformstrategie. In het geval van de Prius levert dat een met 60 procent toegenomen koetswerkstijfheid op, het zwaartepunt ligt voortaan zo’n 2,5 cm lager om de rijdynamiek te dienen.
Rond dat innovatieve chassis drapeerde Toyota een koets die je op z’n minst… onconventioneel mag noemen. De driehoekige en vooral messcherpe vormen vooraan doen spontaan aan een aantal Lexus-modellen denken, al kan je er ook wel wat elementen van de futuristische Mirai in ontwaren. En of je het nu mooi dan wel spuuglelijk vindt, we begrijpen Toyota’s designkeuzes wel. Eerst en vooral omdat het met de Auris ook een braver gelijnde hybride in de catalogus heeft staan, maar ook omdat Prius-klanten er nu eenmaal op uit zijn om een rijdend statement te kopen.
Toyota zelf geeft een gemiddeld verbruik van 3 liter per 100 kilometer op, wat overeenkomt met een CO2-uitstoot van 70 g/km. Het teert daarvoor op zijn full hybrid-systeem, waarin de 98 pk en 142 Nm sterke 1.8 VVTi-benzinemotor nog steeds een centrale rol speelt. Die weet zich – net als in de vorige generatie – geruggesteund door twee elektromotoren (één als generator, één als aandrijfunit) en een nikkel-metaalhydridebatterij.
Rest de vraag hoe die hybride tandem het er in de praktijk vanaf brengt. Wel, Toyota heeft alleszins hard gewerkt aan de interactie tussen de verschillende motoren en de transmissie met planetair tandwielstelsel, het technische gehaper en geharrewar van de eerste generaties is daarmee nagenoeg volledig uitwist. Vooral onder deellast toont het aandrijfgeheel zich evenwichtiger, daar waar de benzinemotor vroeger nodeloos in toeren werd gejaagd om het gevraagde vermogen bij elkaar te schrapen.
Conclusie
We moeten toegeven dat Toyota zijn Prius op veel vlakken naar een hoger niveau heeft getild. Al bij al is generatie vier een comfortabele reisgezel geworden, eentje die bewijst dat de hybridetechnologie echt wel een toegevoegde waarde kan bieden. Zonder onze rijstijl echt aan te passen, afficheerde de boordcomputer na een gemengd parcours van 180 kilometer een gemiddeld verbruik van nauwelijks 4,3 liter.
De Belgische invoerder hoopt dit jaar nog 320 klanten te overtuigen, maar beseft dat het met de Auris Hybrid vooral concurrentie uit eigen rangen moet vrezen. Die is conventioneler gelijnd, praktischer (want ook beschikbaar als break), en ook qua prijs steekt hij de nieuwe Prius de loef af. Het leven van een pionier loopt nu eenmaal niet altijd over rozen…
Plus
- Laag testverbruik
- lage uitstoot
- benzinemotor minder hoogtoerig
Min
- nog steeds onconventioneel uiterlijk
- interne concurrent Auris?