U heeft het misschien al elders gelezen: verschillende leasemaatschappijen – waaronder start-ups – hebben de laatste tijd veel gecommuniceerd over het aanbod van tweedehandswagens. Sommige van hen hebben dit zelfs aangeboden op verzoek van individuele klanten. Het aanbod is goed. Maar als er vraag is, is dat natuurlijk nog beter. We zochten dat voor u uit!
Op FLEET.be hebben we een kleine enquête gelanceerd om de maturiteit van het wagenpark te onderzoeken met betrekking tot tweedehandswagens (al dan niet geleased). Zonder enige wetenschappelijke waarde te hebben, laat dit onderzoek ons toe de vinger aan de pols te houden. In totaal hebben 108 mensen onze vragen beantwoord: 72% is actief in de bedrijf, 28% is zelfstandige.
Slechts 3% van de deelnemers aan de enquête staat niet achter idee van tweedehandswagens in hun wagenpark. En vier van de tien hebben er nog nooit over nagedacht.
Iets meer dan 20% van de respondenten heeft echter al de stap gezet naar (ten minste) een tweedehandse auto in hun wagenpark: opvallend meer bij zelfstandigen (40%) dan bij bedrijven (11%). Over het algemeen hebben ze gekozen voor premium- en dieselauto’s (of, in mindere mate, plug-in hybrides) met een maximale levensduur van twee jaar en 30 tot 50.000 km op de kilometerteller.
Zelfstandigen geven de voorkeur aan de aankoop met eigen middelen of financiële leasing. Zij zijn geïnteresseerd in de vrijwel onmiddellijke beschikbaarheid van de auto en de voordelige TCO.
Bedrijven van hun kant richten zich voor het overgrote deel op operationele leasing en worden aangetrokken door de lagere huurprijs en – net als de zelfstandigen – de beschikbaarheid van de voertuigen. Deze tweedehandse wagens worden voornamelijk gebruikt als poolauto’s.
Laten we nu eens kijken hoe degenen die nog geen tweedehandse auto’s in hun wagenpark hebben, reageren.
De voordelen
Onder de voordelen is er een die eruit springt: de lagere huurprijs (in bijna vier van de vijf gevallen). De (bijna) onmiddellijke beschikbaarheid van auto’s is voor de helft van de deelnemers aan de enquête interessant. Verrassend of niet: de flexibiliteit van de contracten – een van de belangrijkste argumenten die door leasemaatschappijen naar voren worden gebracht – overtuigt niet eens een derde van de mensen, terwijl de mogelijkheid om te upgraden voor de bestuurder 36% van de respondenten aanspreekt.
De nadelen
Zestien procent ziet geen nadeel in de integratie van occasiewagens in hun wagenpark. Aan de andere kant zijn bijna twee op de drie respondenten bang voor de impact van de voertuigen op de Total Cost of Ownership (TCO). De emotionele maatstaf – de demotivatie van werknemers – loopt ver achter (36%).
Het doel
Waarvoor zouden deze tweedehandsauto’s gebruikt kunnen worden? Deze vraag werd bijna unaniem beantwoord: 88% van de deelnemers is van mening – als eerste keuze – dat deze auto’s zonder uitzondering beschikbaar moeten zijn voor alle werknemers.
Er mocht meer dan één antwoord gegeven worden op deze vraag. Als gevolg daarvan zei 14% dat ze tweedehandswagens zouden overwegen voor de poolvloot en 11% voor jonge rekruten.
Het overwegen waard?
Het antwoord is gunstig voor 100% van de mensen die tweedehandsvoertuigen nog niet in hun wagenpark hebben geïntegreerd. Maar 85% van hen heeft één of meerdere voorwaarden om in aanmerking te komen. In de eerste plaats: de uitrusting van de auto, gevolgd door de kilometerstand en de leeftijd van het voertuig.
De financiering
Bijna vier op de tien respondenten zou zich wenden tot operationele leasing voor tweedehandsauto’s. Daarna volgt de aankoop met eigen vermogen (17%) en financiële leasing (10%). Een kwart van de deelnemers had echter (nog) geen mening over deze kwestie.
Welke occasie krijgt een kans?
Volgens de antwoorden op onze enquête op FLEET.be ziet de typische tweedehandswagen die het waard is om deel uit te maken van het bedrijfswagenpark er aldus uit:
- Een premium auto (100%);
- ‘Gemiddeld’ (type Audi A4 – 46%) of ‘executive’ (type Mercedes E-Klasse – 38%);
- Diesel (78%), plug-in hybride (56%) of benzine (50%);
- Een jaar (35%) of twee jaar (42%) oud;
- Met niet meer dan 30.000 km (39%) of 40.000 km (28%) op de kilometerteller.
