De federale overheid wil vanaf 1 januari 2026 het mobiliteitsbudget verplicht stellen voor alle werknemers met een bedrijfswagen. Al blijven de praktische modaliteiten en de reikwijdte vaag, en dit amper twee maanden voor de deadline. Volgens FEBIAC en Renta dreigt deze haast niet alleen te leiden tot een administratieve nachtmerrie, maar ook tot een verlies van 100 miljoen euro per jaar voor de federale overheid.
Een overhaaste en onvolledige maatregel
Het mobiliteitsbudget was voorzien in het regeerakkoord en zou gepaard gaan met een grondige hervorming van het bestaande systeem — met als doel het te vereenvoudigen, uit te breiden naar alle werknemers en de regels te verduidelijken. Maar het politieke tijdschema lijkt nu omgekeerd: de verplichting zou ingaan vóór de hervorming.
“De overheid zet de kar voor de paarden”, luidt het bij de twee federaties. Veel bedrijven hebben nog geen officiële communicatie ontvangen over hoe ze dit budget in hun HR-beleid moeten integreren. Uit een recent sectoronderzoek blijkt dat één op de twee werkgevers nog niet op de hoogte is of de implicaties van deze verplichting niet volledig begrijpt.
Toenemende complexiteit voor bedrijven
Het invoeren van het mobiliteitsbudget is geen formaliteit. Werkgevers zullen fiscale en juridische experts moeten inschakelen om de naleving van het systeem te verzekeren, en elke werknemer informeren over de nieuwe mobiliteitsopties. FEBIAC en Renta pleiten daarom voor uitstel en vereenvoudiging vóór een algemene invoering:
“Het mobiliteitsbudget kan een krachtig instrument zijn om zakelijke verplaatsingen vlotter te maken, mits het duidelijk, coherent en gericht blijft op zijn primaire doel: meer keuzevrijheid in vervoer bieden.”
Een gat van 100 miljoen euro in de federale inkomsten
Een ander neveneffect van deze verplichting zou budgettair zijn. Volgens berekeningen van Renta kan de algemene invoering van het mobiliteitsbudget de publieke financiën met meer dan 100 miljoen euro per jaar treffen.
Het huidige systeem laat werknemers toe het budget aan woonkosten (huur, hypotheek) te besteden, een optie die in de praktijk vaak resulteert in een conversie naar nettoloon — zonder fiscale of sociale bijdragen.
Met ongeveer 600.000 werknemers die een bedrijfswagen hebben, en slechts 10% die waarschijnlijk voor het mobiliteitsbudget kiest, betekent dit 60.000 conversies. “Elke wagen levert gemiddeld 1.700 euro aan (para)fiscale inkomsten per jaar. Als 60.000 voertuigen uit het systeem verdwijnen, gaat het om meer dan 100 miljoen euro verlies”, rekent Stijn Blanckaert, CEO van Renta, voor.
Oproep tot voorzichtigheid vanuit de sector
Voor Frank Van Gool, CEO van FEBIAC, reikt de kwestie verder dan alleen het budgettaire aspect:
“De impact is veel groter dan men denkt, zowel economisch als praktisch. De overheid moet eerst het kader van het mobiliteitsbudget herzien en verduidelijken, het vervolgens uitbreiden naar alle werknemers, en pas daarna verplicht stellen.”
De twee federaties pleiten dus voor een doordachte, gefaseerde en coherente invoering, in plaats van een overhaaste hervorming met slecht ingeschatte gevolgen — zowel voor bedrijven als voor de publieke financiën.
#Fleet Management #Mobiliteit