Mobiliteitsbudget

shutterstock_109664030_pm-web

Het mobiliteitsbudget is nog niet in voege getreden in België, maar de overheid denkt erover na. Het komt trouwens aan bod in het overheidsakkoord van het team van Charles Michel in 2014.

De bedoeling van het wetsvoorstel is om bij de werknemers een gedragsverandering te bewerkstelligen ten aanzien van het gebruik van de wagen bij het woonwerkverkeer.

Meer bepaald om hen ertoe aan te zetten om de wagen minder te gebruiken in het voordeel van andere vervoersmiddelen.

De essentie van het mobiliteitsbudget is dat de werknemer de beschikking krijgt over een budget, dat hij kan gebruiken voor verschillende mogelijkheden van vervoer. De werknemer beslist zelf over de invulling van dat budget, in functie van zijn persoonlijke behoeften, mogelijkheden, wensen… op vlak van de mobiliteit. Hij maakt zijn eigen keuzes.

Het doel van het mobiliteitsbudget is de werknemer te stimuleren de (bedrijfs)wagen meer aan de kant te zetten en andere middelen van vervoer te kiezen, die dan gefinancierd worden door het mobiliteitsbudget. De bedrijfswagen kan daar nog steeds deel van uitmaken.

Om de verwachtingen in te lossen moet het mobiliteitsbudget over twee essentiële eigenschappen beschikken.

  • Ten eerste, moet het volledig vrijwillig tot stand kunnen komen en moeten de werknemers volledig vrijwillig kunnen kiezen of ze er al dan niet aan deelnemen en zo ja, via welke vervoermiddelen ze dan hun mobiliteit willen organiseren.
  • Ten tweede, moet het mobiliteitsbudget een sociaal en fi scaal statuut krijgen dat concurrentieel is met dat van de bedrijfswagen. Alle water loopt naar de zee, indien het mobiliteitsbudget niet kan concurreren met de bedrijfswagen, zal het succes ervan vanaf het begin gehypothekeerd zijn.