Vlaamse EV premie: een onverwachte wending!

Na veel gesleutel en behoorlijk wat kritische opmerkingen van de Raad van State heeft de Vlaamse regering de premie voor elektrische voertuigen aangepast. De aanvraag kan alleen in 2024 gebeuren en iedereen die deze indient en er recht op heeft, moet ze ook kunnen krijgen. Toch bleef er onduidelijkheid over wie allemaal recht heeft op de premie. De Raad van State brengt nu duidelijkheid … en dat kan (grote) gevolgen hebben. We staken ons licht op bij Michel Willems, Senior Tax Consultant bij EuroFleet Consult voor meer uitleg

Even recapituleren: waar de Vlaamse premie eerst voorzien was gedurende drie jaar gelden (2024-2026), is dat na kritiek van de Raad Van State aangepast naar alleen 2024. De Raad van State vreesde een overrompeling waardoor niet iedereen die er recht op heeft de premie zou krijgen. Dat is een schending van het gelijkheidsprincipe. Nu blijft wel de vraag vanwaar dat geld zal komen. Oorspronkelijk was 20 miljoen euro voorzien. Drie uur nadat het e-loket op de website van de Vlaamse Regering geopend werd, waren er al 1.400 aanvragen ingediend. De verwachting is dat tot 9.000 personen de premie zouden kunnen aanvragen. Dat wordt dus nog puzzelen met de Vlaamse begroting.

Bedragen hetzelfde

De voorwaarden om de premie zien er grosso modo hetzelfde uit als in de originele regeling. De premie voor een nieuwe EV bedraagt nog steeds 5.000 euro, met een maximum van 25 procent van de aankoopprijs, mocht dat van toepassing zijn. Opgepast, het gaat daarbij om de prijs met BTW inbegrepen en ook alle opties. Voor een tweedehandsvoertuig blijft dat 3.000  euro, met als bijkomende voorwaarde dat de nieuwprijs die de vorige eigenaar ervoor betaalde niet meer dan 60.000 euro bedroeg. Het tweedehandsvoertuig moet ook minimaal 3 jaar en maximaal 8 jaar oud zijn.

Zelfstandigen en vrije beroepen komen ook in aanmerking

Terwijl de Vlaamse Regering de premie voorzien had voor in Vlaanderen wonende of gevestigde natuurlijke personen, rechtspersonen zonder winstoogmerk die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting (lees: vzw’s en stichtingen) en aanbieders van autodelen, blijkt na advies van de Raad van State dat ook natuurlijke personen die een uitstootloze auto aanschaffen voor beroepsdoeleinden (zelfstandigen en vrije beroepen) in aanmerking komen. Op zich kunnen zij trouwens moeilijk uitgesloten worden, want er wordt bij het inschrijven van een auto niet geregistreerd of een voertuig al dan niet voor beroepsdoeleinden zal worden gebruikt en al dan niet zal worden afgetrokken in de personenbelasting. “Het gevolg daarvan is dat (veel) meer profielen dan eerst gedacht de premie zullen kunnen aanvragen”, zegt Michel Willems, Senior Tax Consultant bij EuroFleet Consult.

Niet voor alle vzw’s

Willems wijst er ook op dat naast de extra rechthebbenden ook rekening moet worden gehouden met het feit dat niet alle vzw’s in aanmerking komen voor de premie. “VZW’s die door hun activiteiten onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en daardoor wel gebruik kunnen maken van de federale verhoogde fiscale aftrek (o.a. voor publieke laadpalen) kunnen namelijk niet genieten van de aankooppremie”.

Aanbieders van autodelen komen wel altijd in aanmerking, dus ook als ze onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Dat wordt verantwoord door het feit dat ze de komende jaren een belangrijke rol zullen spelen in het realiseren van de modal shift naar meer duurzame verplaatsingen.

Ook voor demowagens

De premie van tot 5.000 euro die van toepassing is voor een nieuwe auto geldt trouwens ook voor demovoertuigen die al eerder ingeschreven waren door de autohandelaar die de auto verkoopt en maximaal 6.000 km op de teller hebben. Het moet hier gaan om een auto die maximaal 2 jaar geleden werd gebouwd. Dat kan worden gecontroleerd via het chassisnummer en/of het huidige inschrijvingsbewijs.

De regels voor tweedehandswagens

Tweedehandsauto’s moeten om in aanmerking te komen voor de premie van maximaal 3.000 euro die voor hen is voorzien minimaal drie jaar en maximaal acht jaar oud zijn sinds de eerste ingebruikname. Hierbij wordt trouwens niet langer gesproken over inschrijving maar wel over ‘ingebruikname’ om te voorkomen dat een auto die eerder in het buitenland gebruikt werd, niet in aanmerking zou komen voor de premie.

De oorspronkelijke cataloguswaarde van de tweedehandswagen mag niet hoger zijn dan 60.000 euro. Daarvoor wordt gekeken naar de aanbevolen catalogusprijs (incl. btw) van de wagen in nieuwstaat bij verkoop aan een particulier, exclusief opties en zonder rekening te houden met enige korting of vermindering. Om dit te controleren heeft de Vlaamse belastingadministratie een uitgebreide tabel met cataloguswaarden voorzien. De premie kan ook nooit meer dan 25% van de aankoopprijs bedragen.

Minimaal drie jaar gebruik

De premie wordt toegekend op voorwaarde dat het voertuig minstens drie jaar in het bezit blijft van de aanvrager en in die periode ingeschreven is op een adres in het Vlaamse Gewest.

#Auto

Lees ook:

Schrijf u nu in op FLOW, de wekelijkse e-letter van FLEET.be!

/ newsletters
FLEET's Flow nieuwsbrief is een wekelijks briefing van het laatste nieuws in de FLEET wereld.
Ontvang de newsletter
/ magazine
Een voorkeur voor print? Ontvang ons magazine FLEET tweemaandelijks gratis in de bus!
Ontvang het magazine