In Frankrijk moeten autofabrikanten vanaf maart dit jaar iedere reclame voor hun producten van een ontradende disclaimer voorzien. Dat staat in een nieuwe wet die onlangs werd gepubliceerd. Concreet moeten advertenties een korte boodschap bevatten die alternatieven voor de auto promoot. ‘Neem de fiets of ga te voet voor korte afstanden’, ‘Denk ook aan autodelen’, ‘Neem dagelijks het openbaar vervoer’, zijn enkele voorbeelden van dergelijk boodschappen. De nieuwe wetgeving is van toepassing op reclameborden, op advertenties in tijdschriften en kranten en ook op radio en televisie. Verder moet de boodschap altijd “duidelijk zichtbaar of hoorbaar zijn en gevolgd worden door de hashtag #SeDéplacerMoinsPolluer.
De bedoeling van de nieuwe regelgeving is volgens Le Monde om Fransen aan te moedigen minder vervuilende vervoermiddelen te gebruiken. Advertenties moeten ook vermelden in welke categorie de uitstoot van de auto valt, zodat potentiële kopers daar rekening kunnen mee houden. Fabrikanten de nieuwe regels niet volgen, kunnen een boete krijgen tot 50.000 euro.
Volledig verbod niet aan de orde
Franse milieuverenigingen zijn trouwens niet onverdeeld gelukkig met de nieuwe regels. Zij pleiten al jaren voor een volledig reclameverbod voor auto’s, net zoals bij tabaksproducten. De enige “overwinning” die ze binnenhalen is een compleet verbod vanaf 2028 voor de meest vervuilende auto’s. De Franse regering ging op de rem staan omdat ze de automobielindustrie tijdens de coronacrisis en de transitie naar elektrificatie niet teveel pijn wil doen. Het feit dat Frankrijk nog steeds meerdere autofabrikanten telt – met de daaraan gekoppelde tewerkstelling – zal allicht ook een rol gespeeld hebben.
In Frankrijk moeten autofabrikanten vanaf maart dit jaar iedere reclame voor hun producten van een ontradende disclaimer voorzien.
Weinig animo bij ons
Wanneer het regent in Parijs, druppelt het meestal in Brussel. Moeten autoproducenten bij ons dan ook vrezen voor dergelijke regelgeving? Momenteel lijkt er weinig animo te zijn bij onze parlementsleden. ‘Sympathiek, maar toch vooral symboliek’, zegt Joris Vandenbroucke (Vooruit) in De Tijd. Hij verwacht meer van ‘forse investeringen in de alternatieven voor de auto’. Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) heeft het over een ‘kleine stap in de goede richting’, die hij wil bestuderen. Zijn partij diende in 2020 een wetsvoorstel in om reclame voor de meest vervuilende auto’s te verbieden, maar ving bot bij de andere partijen.
De hypocriete spreidstand
Bij dergelijke maatregelen kan men zich altijd de vraag stellen wat de daadwerkelijke impact zal zijn. Waarschijnlijk minimaal. Wie in de markt is voor alternatieve mobiliteit, heeft doorgaans genoeg gezond verstand om er voor te kiezen zonder betuttelende boodschap. En als het gaat om het correct informeren van de consument, mag men in iedere reclameboodschap dan ook toelichten hoeveel taksen en belastingen hij/zij betaalt om überhaupt met zijn/haar auto te mogen rijden. Misschien weerhoudt dat de meeste politici bij ons ervan om dergelijke onzin in te voeren? Jaarlijks om en bij de 20 miljard euro aan inkomsten dat is niet min. Inkomsten waarvan de overheid nu al weet dat ze de komende jaren zullen dalen door minder inkomsten uit accijnzen op brandstoffen. De kip met de gouden eieren slachten, zou een budgettaire stommiteit zijn. Samengevat: de auto blijft de favoriete melkkoe van alle regeringen. Alleen hebben ze liever dat u hem niet koopt of gebruikt. Die hypocriete spreidstand geeft aan dat woke-boodschappen zelden de lakmoesproef van het gezond verstand doorstaan.
#Auto