De nieuwe Vlaamse regering zet vol in op combimobiliteit en daarin is een belangrijke rol weggelegd voor het openbaar vervoer. Een passage uit de regeerverklaring: ” Een openbaar vervoer dat we groener en efficiënter maken. Met een gegarandeerde dienstverlening, extra aanbod en meer stiptheid zorgen we voor een betrouwbaar openbaar vervoer.”
De Lijn krijgt (nog meer) concurrentie
Een deel van die strategie is De Lijn onder druk zetten door de deur verder te openen voor privatisering. Een deel van de busritten zijn al overgeheveld naar de lokale besturen, maar nu wil de regering ook een deel van de overblijvende busritten op de private markt gooien.
Concreet gaat het om een proefproject in één van de 15 vervoerregio’s, waarin het Vlaamse openbaar vervoer is opgesplitst. In die vervoerregio krijgen private concurrenten via een tender of openbare aanbesteding de kans om routes over te nemen. Het bedrijf dat de busritten het goedkoopst kan uitvoeren tegen een behoorlijke kwaliteit, haalt de opdracht binnen. Dat kan De Lijn zijn, maar net zo goed een private speler.
Hoewel er afspraken zijn dat tot minstens 2023 niet geraakt zou worden aan de bevoorrechte positie van De Lijn, zet het proefproject wel de deur open naar een mogelijke liberalisering van het bus- en tramvervoer op langere termijn.
Het is echter niet al kommer en kwel voor De Lijn: de vervoersmaatschappij krijgt 10 miljoen extra werkingsmiddelen en er wordt ook 30 miljoen vrijgemaakt voor “vervoer op maat” van de vervoersregio’s.
#Mobiliteit