Met een vader die jarenlang werkte voor de BMW Group, kon het haast niet anders: Stefanie Wurst koos voor een carrière… buiten de automobiel! Toch bleek die familieband sterker dan gedacht, want na omwegen in andere sectoren, die haar onder meer naar New York en Singapore brachten, belandde Wurst toch bij de BMW Group. Na functies als Head of Marketing voor de groep en drie jaar als CEO voor BMW Group Nederland, staat ze nu globaal aan het hoofd van MINI.
FLEET: Speelde BMW altijd een rol in je leven?
Stefanie Wurst: “Mijn vader werkte voor de BMW Group. Hij werkte zelfs mee aan de prototypes van de eerste MINI’s toen het merk in handen van BMW viel. De wagens waren er met andere woorden altijd al in mijn jeugd, onze familie was ermee verbonden en ik was er ook fan van. Maar ik was een rebellerende tiener en koos uiteindelijk een ander pad. Mijn vader en ik hebben trouwens nooit samengewerkt bij de BMW Group, hij was al lang met pensioen toen ik er begon.”
Waarom ging je dan toch aan het werk in de autosector?
“Wat mij het meest aantrekt, is dat alle belangrijke maatschappelijke kwesties in de auto-industrie worden geconcentreerd. Ik heb het gevoel dat als je in de auto-industrie werkt, je een goed beeld krijgt van wat er leeft in onze samenleving, dat dezelfde vraagstukken ook in onze sector terugkomen: duurzaamheid, economische regelgeving, werkgelegenheid, mobiliteit, politiek, prijssetting. Dat beeld is trouwens anders in Europa dan in Azië of in de Verenigde Staten. En zelfs binnen Europa zijn er veel verschillen. Bovendien werken we met een product dat zo’n hoge relevantie heeft in de maatschappij. De auto is onze tweede grootste investering na de woning en echt een emotioneel product.”
Die grote verschillen zie je ook op vlak van elektrificatie, waar sommige landen of regio’s veel verder staan dan anderen. Is dat jullie grootste uitdaging?
“Al die markten en de snelheid van de elektrificatie in de verschillende landen is niet onze grootste uitdaging, want op dit moment zitten we in een fase waarin we elke auto met een elektrische aandrijflijn aanbieden, maar ook met verbrandingsmotoren. Het zal een uitdaging worden als sommige regio’s in de wereld tegen het eind van de jaren twintig hun laadnetwerk niet op orde hebben, maar het verschil in snelheid is niet onze grootste uitdaging, omdat we verschillende producten aanbieden. Bovendien: als MINI hebben we het qua elektrificatie een stukje makkelijker omdat we een Urban Brand zijn en de laadpalen vooral in de steden staan.”
“De lokale regelgeving is eerder onze uitdaging, kijk maar wat er in Frankrijk gebeurt met de subsidieregeling, waar niet alleen naar de uitstoot, maar ook naar de productie wordt gekeken… en lokaal geproduceerde wagens dus een voordeel hebben.”
Het lijkt inderdaad niet altijd logisch dat een auto in één continent gebouwd wordt met materialen uit een ander om vervolgens naar een derde continent verscheept te worden.
“Inderdaad, maar we zijn als MINI een vrij kleine speler, die niet overal ter wereld kan produceren. We proberen qua duurzaamheid onze rol te spelen, dat zie je ook in onze nieuw voorgestelde producten (de nieuwe MINI Cooper en Countryman bevatten verschillende gerecycleerde materialen, red.), maar ook doordat veel van onze suppliers dicht bij onze fabrieken gelegen zijn en doordat we zo transparant, ethisch en ecologisch mogelijk proberen werken. Als er op lokale schaal dingen zaken gedaan moeten worden, zoals het Franse voorbeeld dat we van dichtbij volgen, dan zullen we dit proberen in te doen.”
De productie van auto’s is inderdaad globaler dan ooit, maar ook qua stijl proberen jullie inspiratie uit alle hoeken van de wereld te halen?
“Ik reis heel graag en probeer veel lokale afdelingen te bezoeken. Binnenkort ga ik bijvoorbeeld naar Zuid-Korea. Eerder werkte ik al in Singapore. Azië speelt een belangrijke rol in mijn leven. Ook mijn reis naar China was op verschillende vlakken een eye opener. Maar evengoed ga ik geregeld naar de Verenigde Staten.”
“Wat ik daaruit leer, is dat trends niet noodzakelijk regionaal gebonden zijn. Of van west naar oost reizen. Azië is op veel vlakken een voorloper. Daardoor werk ik ook met een divers team. En je ziet het ook in onze auto’s, onder meer via de gamification van ons infotainment, dat bij andere merken ook al zijn intrede maakt. Een persoonlijke avatar in het infotainment, alles speelser en leuker presenteren, daar zetten we echt op in bij MINI.”
Die digitale interface maken jullie nog altijd zelf, daar waar andere constructeurs bijvoorbeeld inzetten op samenwerkingen.
“Inderdaad. We zijn er ten eerste van overtuigd dat ons infotainment geen gimmick voor de Aziatische markt is, maar een meerwaarde voor iedereen betekent. We werden inderdaad uitgedaagd door de Aziatische markt, maar ontwikkelden Spike (de virtuele assistent, red.) echt voor het brede publiek.
“En onze software wordt inderdaad grotendeels in house ontwikkeld. Maar waar nodig, gaan we samenwerkingen aan, want gamificatie is niet onze core business natuurlijk. En uit die samenwerkingen leren we heel wat, wat onze auto’s alleen maar ten goede komt.”
#Auto
