Bij de zoektocht naar de FLEET & Mobility Manager of the Year komen we niet zelden uit bij grotere bedrijven. Dat is niet onlogisch. Zij hebben de schaalgrootte en visie om een duurzaam mobiliteitsbeleid uit te rollen. Dit jaar gaat de titel naar consultingbedrijf KPMG in België. Mobility Manager Peter Van de Velde legt uit welk beleid het bedrijf de laatste jaren heeft ontplooid.
Kan u even kort schetsen hoe het mobiliteitsbeleid van KPMG tot stand gekomen is?
Peter Van de Velde: “Vanaf 2018 hebben we voor een meer strategische aanpak gekozen. Daarvoor hadden we ook al wat flexibele mogelijkheden maar die waren eerder beperkt omdat de locaties van onze kantoren er zich niet 100% toe leenden. De start van ons mobiliteitsplan viel samen met de verhuis naar twee nieuwe sites aan Berchem Station en aan Brussels Airport. De ontsluiting naar het openbaar vervoer was dus cruciaal voor ons. We hebben het momentum van die verhuis dus aangegrepen om een meer geïntegreerde mobiliteitsaanpak te implementeren, die niet ten koste gaat van de wagen. De aanpak waarbij je iets ontmoedigt zonder alternatief is gedoemd om te mislukken. We wilden een positief verhaal brengen los van de wagen. Die nieuwe gebouwen kaderen trouwens in een bredere strategie van duurzaamheid. Vastgoed met een lagere CO2-afdruk, alle beetjes helpen.”
Het is geen statisch mobiliteitsplan. Het evolueert nog steeds?
PVDV: “Klopt. Ons mobiliteitsplan heeft ondertussen zijn nut al bewezen, zowel intern als extern. Maar we houden de vinger aan de pols om waar nodig bij te sturen of bijkomende oplossingen te lanceren. Zo hebben we in 2023 nog het wettelijk mobiliteitsbudget toegevoegd. In 2018 was dat er nog niet in zijn huidige vorm. Je had wel het cash for car principe maar het wetgevende kader voor een mobiliteitsbudget was er toen nog niet. Daarom hebben wij in het begin al een eigen mobiliteitsbudget ontwikkeld.”
Wat hield dat eigen mobiliteitsbudget in en hoe is de situatie vandaag?
PVDV: “Flexibiliteit was toen al de eerste aanzet. Niet alleen in meer keuze naar alternatieve vervoersmodi maar ook qua invulling van hun bedrijfswagen. Onze medewerkers konden die bijvoorbeeld downgraden of inleveren. Op dat moment werd de compensatie gedaan via de verloning. Er werd een mobiliteitsvergoeding geactiveerd via de maandelijkse payroll. Nu zit dat iets anders in elkaar. Zonder in detail te treden: wie vandaag dezelfde keuze maakt maar ook voldoet aan een bepaalde CO2-limiet voor de bedrijfswagen, krijgt zijn budget niet meer via de maandelijkse payroll. Ze zijn daarmee deels verlost van de zware taksering en kunnen dat mobiliteitsbudget bijvoorbeeld gebruiken voor de oplossing van Olympus Mobility, waar we al een hele tijd mee samenwerken. Het resterend saldo wordt dan na de jaarafsluiting in januari uitgekeerd.”
Hoe ziet de populatie er vandaag uit bij KPMG?
PVDV: “Nog steeds groeiend. Over de zomerperiode starten er traditioneel veel juniors die net hun diploma hebben gehaald. In de loop van het jaar komen er ook wel mensen bij en verlaten sommigen het bedrijf. Kijken we naar de gemiddelde leeftijd, dan zijn we een ‘jong’ bedrijf qua medewerkers. De 250 schoolverlaters die er ieder jaar tijdens de zomer bijkomen, trekken de gemiddelde leeftijd naar beneden.”
Staat die jonge populatie ook meer open voor een breed scala aan mobiliteitsoplossingen?
PVDV: “Ja, maar het is ook een gefaseerd verhaal. We hebben het wettelijk mobiliteitsbudget ingevoerd maar – deels om administratieve redenen en ook vanuit kostenstandpunt – beslist om onze mensen maar te laten instappen wanneer het lopende contract van hun wagen afloopt. We zitten momenteel rond de 100 medewerkers die voor het wettelijke mobiliteitsbudget gekozen hebben. Dat betekent concreet: bedrijfswagen ingeleverd of een downgrade. Bij elke nieuwe bestelcyclus zien we dat een aantal mensen overstappen. We zagen die trend in het verleden al: veel jongere medewerkers hebben de reflex omdat ze – vermoedelijk vanuit hun studententijd – het gewoon zijn flexibel om te springen met mobiliteit. We zien ook een toenemende interesse voor het stukje rond huisvesting dat deel uitmaakt van het mobiliteitsbudget.”
We spraken elkaar al in 2020, toen zei je dat er ook een aantal twijfelaars waren die toch vasthouden aan de bedrijfswagen. Hoe ziet dat er vandaag uit?
PVDV: “Je hebt altijd wel mensen die wat moeilijker te overtuigen zijn, maar daar heeft het wettelijk mobiliteitsbudget toch ook voor een kentering gezorgd. De alternatieven die via het wettelijk mobiliteitsbudget gegeven worden, zijn een stuk ruimer. Er zijn niet alleen meer opties, maar ze beperken zich bovendien niet alleen tot professionele verplaatsingen. Ook voor privé-verplaatsingen, voor de partner en de kinderen, etc. Door het verder opentrekken van de scoop, zijn er al een aantal overstag gegaan. De rest zal wel volgen. Sommigen hebben gewoon wat meer tijd nodig dan anderen om het idee te laten rijpen.”
Wanneer we alternatieve vervoersmodi bekijken, dan is de fiets de afgelopen jaren een groot succesverhaal in veel bedrijven. Is dat ook bij KPMG het geval?
PVDV: “Ja, zo’n 10% van onze werknemers heeft al een fietsleasing. Omdat dit aanbod er al een hele poos is, zijn sommige al aan hun tweede leasecontract bezig. Het overgrote deel is elektrisch. Dat is ook logisch, het opent mogelijkheden voor mensen die niet iets verder van het kantoor wonen. Met een gewone fiets zouden ze die afstand wellicht niet doen, met een elektrische is de drempel lager.”
En telewerken?
PVDV: “Dat is in onze sector al jaren ingeburgerd. Covid heeft dat proces wellicht versneld, zeker binnen de teams die daar initieel wat weigerachtig tegenover stonden. De beste mobiliteitsoplossing is nog steeds geen verplaatsing.”
KPMG heeft een grotendeels mobiele workforce, waarbij veel van jullie medewerkers op verplaatsing werken bij klanten. Welke rol speelt de auto daar vandaag in? En hoe verloopt de elektrificatie van dat wagenpark?
PVDV: “Het zijn vooral functiewagens en in verhouding weinig salariswagens. Ruwweg hebben we vandaag een vloot van 1.600 auto’s. Met elektrificatie zijn we ook al een aantal jaar mee bezig. In het begin hebben we een pilootproject gedaan. De focus lag daarbij niet zozeer op het gebruik van de wagens. We hebben toen een aantal leveranciers van laadinfrastructuur en laadpassen betrokken in het project. De bedoeling van die oefening was in de eerste plaats een evaluatie maken van hun service. Hoe verloopt de contactname met onze medewerkers? Hoe worden ze geholpen met eventuele problemen? Hoe ziet hun back office systeem er uit? Dat soort zaken. Uiteindelijk was het de bedoeling om met een leverancier door te gaan. We zaten toen echter volop in Covid-periode, met alle toeleveringsproblemen van dien in de autosector. Om te vermijden dat er problemen zouden komen met het plaatsen van laadinfrastructuur bij werknemers, hebben we toen toch besloten met twee van de drie leveranciers verder te gaan. Die samenwerking loopt momenteel nog. Dat ging hand in hand met de elektrificatie van ons wagenpark.”
Hoe geëlektrificeerd is dat wagenpark vandaag en wat zijn de objectieven voor de toekomst?
PVDV: “Toen we het pilootproject opstartten kon er nog gekozen worden tussen plug-in hybride, full EV en zelfs diesel. Sinds een half jaar zetten we vol in op elektrisch en kunnen in alle categorieën alleen nog full EV’s besteld worden. Momenteel hebben we al 310 full EV’s in de vloot en nog 20 plug-in hybrids. Met iedere nieuwe bestelcyclus zal dat aantal full EV’s alleen maar toenemen. Zo hadden we tot eind oktober van 2023 niet minder dan 300 elektrische auto’s in bestelling. Tegen de zomer van 2024 zou normaal de helft van de vloot geëlektrificeerd moeten zijn.
Maakt laadinfrastructuur thuis ook een deel uit van het aanbod naar de werknemers toe?
PVDV: “De medewerkers die thuis een laadpunt kunnen en willen plaatsen, krijgen van ons een basispakket. Dit is uitgerust met een energiemanagementsysteem, niet onbelangrijk in verband met het capaciteitstarief. Daar zit ook een terugbetalingsmechanisme achter via de energieleverancier. Wij gebruiken voor de berekening het CREG-tarief.”
En wat met publiek laden? Hebben jullie daar een policy rond?
PVDV: “Ja, en die is vrij duidelijk: publiek laden zoveel mogelijk vermijden en snelladen wordt in principe niet toegelaten. Een elektrische vloot is veel complexer dan vroeger de bedrijfswagen met de tankkaart. Wanneer je snelladen toelaat op een elektrische vloot zoals de onze, dan kunnen de kosten heel snel de pan uitswingen. Bovendien is ons pakket voor thuisladen toch mooi en is er ook steeds meer laadinfrastructuur aan onze kantoren. Het kan wel eens gebeuren dat iemand niet meer thuis geraakt zonder even te snelladen. Vanzelfsprekend zien we dergelijke uitzonderingen door de vingers. Elke ochtend even een kwartier aan een snellader pluggen, mag niet de norm worden.”
Is jullie eigen mobiliteitsverhaal ook iets wat gebruikt worden als inspiratie naar klanten toe?
PVDV: “Zeker! Ik werk op een interne dienst bij KPMG maar ik heb al meerdere keren de vraag gekregen van ons klantenteams om in gesprek te gaan met hun klanten. Alternatieve mobiliteitsoplossingen, elektrificatie, het implementeren van een cafetariaplan … het zijn allemaal zaken die brandend actueel zijn bij bedrijven. Als je dan vanuit je eigen ervaring een meerwaarde kan bieden, is dat alleen maar mooi.”
#Fleet Management #Mobiliteit