
Door de stijgende brandstofprijzen en de Europese klimaatdoelstellingen wordt de overstap naar elektrische voertuigen (EV’s) een politieke en industriële prioriteit. Maar achter deze transitie schuilt een risico: dat gezinnen met een bescheiden inkomen, vooral in landelijke gebieden die sterk afhankelijk zijn van hun auto met verbrandingsmotor voor hun dagelijkse verplaatsingen, uit de boot vallen. In dit kader wint het concept van sociaal leasen aan belang — een formule van langdurige huur, gesubsidieerd door de overheid, die specifiek gericht is op zogenaamde ‘vervoerskwetsbare’ groepen. Europa wil deze piste stimuleren via het actieplan voor de autosector dat in maart 2025 werd voorgesteld. De Belgische regering heeft aangekondigd hierover te willen nadenken. Zelfs de ACEA staat er in principe positief tegenover. Een ngo boog zich al over de kwestie… En ook de Franse autosector toont belangstelling.
Het Franse precedent
Frankrijk gaf in 2024 het startschot met een systeem van sociaal leasen, waarmee bepaalde huishoudens toegang kregen tot een elektrische auto voor ongeveer 100 euro per maand. De belangstelling was meteen enorm: in zes weken tijd werden meer dan 90.000 aanvragen geregistreerd, terwijl aanvankelijk slechts 25.000 contracten waren voorzien. De overheid verhoogde dat aantal al snel naar 50.000. Deze ontwikkeling toont niet alleen een onderbenut marktpotentieel, maar ook een duidelijke realiteit: de vraag is er wel degelijk, op voorwaarde dat het aanbod financieel toegankelijk is.
In 2025 keert het sociaal leasen in Frankrijk terug. Verderop in dit artikel bespreken we de waarschuwingen vanuit de autosector. Laten we ons eerst richten op het onderzoek van de ngo Transport & Environment.
Een kwetsbare groep van naar schatting 20 miljoen mensen
Volgens een studie in opdracht van de ngo Transport & Environment (T&E), uitgevoerd door het Öko-Institut, bevinden ongeveer 20 miljoen mensen zich in een kwetsbare positie ten aanzien van de overstap naar de elektrische auto in de vijf grootste automarkten van de EU (Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Polen). Het gaat om personen die op het platteland wonen, behoren tot de vier laagste inkomensdecielen en afhankelijk zijn van een voertuig met verbrandingsmotor. In de meeste gevallen hebben zij noch de financiële middelen om een nieuwe elektrische wagen aan te schaffen, noch toegang tot een geloofwaardig tweedehandsaanbod.
Economische hefboom voor de Europese auto-industrie
Sociale leasing is niet alleen een sociaal antwoord; het kan ook een middel worden voor industriële ondersteuning. Door de vraag naar compacte, betaalbare en lokaal geproduceerde EV’s te stimuleren, bieden deze programma’s een welkome voorspelbaarheid voor fabrikanten. Volgens T&E zouden, als er tegen 2032 3 miljoen sociale leasecontracten geïmplementeerd zouden zijn, dit tot 12% van het geplande EV-wagenpark in deze landen vertegenwoordigen, een aanzienlijk aandeel voor het instapsegment B. Renault, Stellantis en Volkswagen hebben tegen 2026-2027 al modellen aangekondigd die minder dan €25.000 kosten, zoals de elektrische Twingo of de VW ID.1 – voertuigen die perfect zijn afgestemd op deze nieuwe vraag.
Financiering binnen handbereik via ETS2 en het Sociaal Klimaatfonds
De implementatie van een dergelijk grootschalig systeem is sterk afhankelijk van de inkomsten die worden gegenereerd door het ETS2-systeem, dat vanaf 2027 de emissies in de bouw- en wegvervoersector zal reguleren. T&E schat dat door de inkomsten uit de ETS2-veilingen te combineren met de inkomsten uit het Sociaal Klimaatfonds (SCF), tegen 2032 tot 16 miljard euro kan worden opgehaald om sociale leasing te financieren. Bij een gemiddelde subsidie van € 5.000 per contract zouden hiermee tussen de 1,5 en 3 miljoen contracten in de vijf onderzochte landen kunnen worden gefinancierd.
Integratie in nationale strategieën
Lidstaten moeten hun sociale klimaatplannen tegen juni 2025 indienen om toegang te krijgen tot Europese financiering. Ze worden daarom uitgenodigd om maatregelen voor sociaal leasen in deze plannen op te nemen. De sleutel tot succes ligt in een aanpak op maat die rekening houdt met de economische, geografische en sociale realiteit van elk land. Criteria om in aanmerking te komen (inkomen, woonplaats, samenstelling van het huishouden), modellen van gesubsidieerde voertuigen en contractvoorwaarden (duur, aantal kilometers) moeten worden aangepast aan de lokale context.
Naar een Europees goedkoop leaseplatform?
Om de uitvoering van deze regelingen te ondersteunen, zou de Europese Commissie een EU-breed platform voor voordelige leasing kunnen lanceren. Dit zou fungeren als schakel tussen de lidstaten en fabrikanten – zowel fabrikanten als leasemaatschappijen – om volumes te bundelen en een samenhangend aanbod te structureren. Dit initiatief, dat is voorgesteld als onderdeel van de Clean Industrial Deal, zou tot doel hebben de productie van betaalbare EV’s in Europa veilig te stellen en tegelijkertijd eerlijke toegang tot de elektrische transitie te garanderen.
Conclusie van T&E: een sociale… en strategische kans
Sociale leasing moet niet alleen gezien worden als een maatregel van sociale rechtvaardigheid. Het is ook een instrument voor industrieel beleid, waarmee de vraag naar lokaal geproduceerde voertuigen kan worden gestuurd, afzetmarkten voor nieuwe elektrische modellen kunnen worden veiliggesteld en een klantenbestand dat tot nu toe was uitgesloten van de transitie, naar een hoger marktsegment kan worden getild. Voor spelers in de autosector is het een kans om door te dringen in een tot nu toe onontgonnen segment en tegelijkertijd bij te dragen aan de Europese klimaatdoelstellingen.
Social lease seizoen 2 in Frankrijk: een spannende doorstart voor de auto-industrie
In 2025 heeft de Franse regering besloten om de sociale leaseregeling voor elektrische voertuigen te vernieuwen. Deze regeling is bedoeld om huishoudens met een laag inkomen en bewoners van lage-emissiezones (ZFE) gemakkelijker toegang te geven tot schone mobiliteit. De nieuwe regeling voorziet in het leasen van 50.000 elektrische voertuigen op lange termijn, met name gefinancierd door energiebesparingscertificaten (CEE), met maandelijkse huurbetalingen van maximaal 100 euro.
CEE is een overheidsmechanisme dat energieleveranciers verplicht om acties te financieren om het energieverbruik te verminderen. In ruil voor de gegenereerde besparingen worden certificaten uitgegeven die kunnen worden doorverkocht of gebruikt om aan de verplichtingen van de staat te voldoen. Dit systeem biedt financiële ondersteuning voor programma’s zoals sociale leasing.
Deze vernieuwing houdt echter geen rekening met de aanbevelingen van spelers in de auto-industrie na de eerste editie van het schema.
Restwaarden onder druk
Een van de grootste zorgen van distributeurs is de verslechtering van de restwaarde van elektrische voertuigen. De eerste editie van sociale leasing leidde tot verzadiging van de tweedehandsmarkt, met massale teruggave van voertuigen aan het einde van het contract. Deze situatie werd nog verergerd door een prijzenoorlog op de nieuwe markt, geïllustreerd door aanzienlijke prijsverlagingen voor modellen zoals de Peugeot e-208 en de Citroën ë-C3. Als gevolg hiervan zijn de prijzen van gebruikte elektrische voertuigen soms wel €4.000 hoger dan die van nieuwe voertuigen.
Tweedehands voertuigen die niet onder de regeling vallen
Ondanks verzoeken van fabrikanten, met name Renault en Stellantis, en brancheorganisaties zoals het Plateforme automobile (PFA) en Mobilians, heeft de overheid gebruikte voertuigen niet opgenomen in deze tweede editie van sociale leasing. Deze uitsluiting ontneemt het systeem de flexibiliteit die het nodig heeft om voertuigretouren aan het einde van contracten op te vangen en de markt voor tweedehands elektrische voertuigen, die nog steeds moeilijk van de grond komt, te stabiliseren.
Een industrie gedestabiliseerd door een rigide systeem
De vernieuwing van de sociale leasing onder voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die van de eerste editie, zonder noemenswaardige aanpassingen, leidt tot ongerustheid binnen de auto-industrie. Distributeurs, die in het kader van de eerste regeling al te maken hadden met vertragingen bij de terugbetaling door de staat, vrezen voor een herhaling van hun financiële problemen. Bovendien zou het niet in aanmerking nemen van de feedback uit de sector de doeltreffendheid van de regeling in gevaar kunnen brengen en de onevenwichtigheden op de markt voor elektrische voertuigen kunnen accentueren.
Vooruitzichten en aanbevelingen
Om het succes van sociale leasing te verzekeren en een eerlijke energietransitie te ondersteunen, is het noodzakelijk dat de overheid nauw samenwerkt met de actoren uit de auto-industrie. Het opnemen van tweedehands voertuigen in de regeling, het herzien van de criteria om in aanmerking te komen en het garanderen van snelle terugbetalingen aan distributeurs zijn allemaal noodzakelijke maatregelen om de markt te stabiliseren en de financiële gezondheid van bedrijven in de sector te behouden.
#Auto #Internationaal #Mobiliteit