De aardverschuiving in de bedrijfswagenwereld sinds 1 juli is er maar gedeeltelijk gekomen. Ook vandaag worden er immers nog wagens met een brandstofmotor – al dan niet met wat elektrische hulp – ingeschreven op naam van een bedrijf. Maar waarom is dat het geval?
Voor werknemers is de reden zeer duidelijk: de fiscale wijzigingen hebben geen invloed op het VAA van de bedrijfswagen. Zij blijven met andere woorden genieten van een zeer laag Voordeel Alle Aard. Voor een Ford Kuga met CO2-uitstoot van 22 gram in knappe ST-Line uitvoering (vanafprijs ongeveer 47.000 euro) betaal je bijvoorbeeld het minimumbedrag, net als voor elektrische wagens uit die prijscategorie.
Voeg daaraan toe dat PHEV’s door hun kleinere batterij veelal goedkoper zijn dan Full EV’s en bestuurders met andere woorden een grote optiebudget hebben of een segment hoger kunnen kiezen, en je weet meteen waarom PHEV’s vandaag nog relevant zijn. Om nog niet te spreken over de oplossing die de technologie biedt voor wie geen eigen laadpaal heeft of dagelijks te veel kilometers aflegt om volledig elektrisch te rijden. Vooral bij de goedkopere wagens, is het rijbereik immers eerder beperkt.
En de bedrijven?
Voor bedrijven ligt het uiteraard een stukje complexer. Ja, de aftrekbaarheid voor PHEV’s besteld vanaf 1 juli daal volgens volgend schema:
- In de inkomstenjaren 2023-2024 behoudt het voertuig de fiscale status die het had vóór 1/7/2023 en blijft de aftrekbaarheid van de fossiele brandstof beperkt tot 50%.
- In het inkomstenjaar 2025 wordt de aftrekbaarheid van voertuigen en elektriciteit beperkt tot 75% en blijft de aftrekbaarheid van het verbruik van fossiele brandstoffen beperkt tot 50%.
- In het inkomstenjaar 2026 wordt de aftrekbaarheid voor het voertuig, het elektriciteitsverbruik en de fossiele brandstof verlaagd tot 50%.
- In het inkomstenjaar 2027 wordt de aftrekbaarheid voor het voertuig, het elektriciteitsverbruik en de fossiele brandstof aan boord verlaagd tot 25%.
- Vanaf het inkomstenjaar 2028 is er geen aftrek meer (0%) voor het voertuig, noch voor het verbruik van elektriciteit en fossiele brandstoffen.
Dit is echter één kant van het verhaal. De fleet spreekt immers niet langer de taal van de aftrekbaarheid, maar die van de TCO. En daar speelt één element alvast in het voordeel van de PHEV.
De CO2-bijdrage
Meer bepaald de CO2-bijdrage, een maandelijks te betalen bedrag gebaseerd op de CO2-uitstoot van je wagen. Ook hier betaalden PHEV’s het minimumbedrag, maar na de hervorming van 1 juli zou jaarlijks een multiplicator worden toegepast voor alle wagens met een brandstofmotor, waardoor dit bedrag exponentieel zou verhogen.
“Zou”, inderdaad.De RSZ bevestigde immers dat de multiplicator in de formule moet toegepast worden, niet achteraf. Dit heeft als gevolg dat brandstofwagens met een lage CO2-uitstoot – waarvan de berekening van de CO2-bijdrage een negatief getal vormt – de minimumbijdrage betalen in plaats van de minimumbijdrage vermenigvuldigd met de multiplicator.
TCO
Dat scheelt een spreekwoordelijke slok op de borrel. Zo betaal je voor voorvermelde Ford Kuga dus ook nog altijd het minimumbedrag, in plaats van dit bedrag vermenigvuldigd met 2,25 volgend jaar en zelfs 5,5 vanaf 2027. En dat maakt de TCO van PHEV’s ineens een stuk competitiever, zoals blijkt uit een rekenvoorbeeld.
Vergelijken we de plug-in hybride Kuga met een vergelijkbare elektrische SUV, dan betaal je voor beide modellen een vergelijkbare hoeveelheid belastingen, maar zorgt de goedkopere leasingprijs (853 vs 902 euro) en vooral de grote winst op vlak van verbruik (64 vs 173 euro per maand) ervoor dat het spreekwoordelijke dubbeltje in het kamp van de plug-in hybride Ford valt met een TCO die maandelijks maar liefst 153 euro lager ligt!
Dit artikel werd u aangeboden door Ford Belgium. Meer info over de Kuga Plug-in hybride vindt u via deze link.
#Advertorial
